Oorsprong
De opbouw van de kerk
1540 op den darden dach juni, ruste in den Heere de Eerzame Vrouw Eylka Scelcuma.
De losstaande toren en de klokken
De losstaande toren met zadeldak dateert van de eerste helft van de 15e eeuw. De toren heeft een sober voorkomen en heeft geen geledingen. Wel heeft de hij enige klimmende spaarvelden in de toppen net onder het zadeldak. De toren voorzien van wijzerplaten, een in een topgevel en een op een dakkapel. Bovenop het zadeldak staat een zeer spitse dakruiter, net als bij de kerken van Baflo, Garmerwolde en 't Zandt. In de toren zelf hangen twee klokken uit 1467. De grootste klok, Maria genaamd, is gegoten door Henrik Kokenbacker. Het opschrift luidt:
Maria bin ick gheheten, dat kerspel tot Santwer let mi gheten anno Dmi MCCCLXVII
De kleinere klok is waarschijnlijk ook gegoten door Henrik Kokenbacker en heeft twee randschriften. Een daarvan luidt:
Sporen van borgheren
De bewoners van de borgen rond Zandeweer hebben hun sporen nagelaten in de kerk. Er staan twee herenbanken uit 1679, welke gesierd worden door opzetstukken voorzien van de wapens van de families Clant, Lewe, Coenders en Ompteda. Ook hebben de borgbewoners een eigen grafkelder in de kerk gehad. Deze grafkelder is gedicht ten tijde van de restauratiewerkzaamheden in 1932. Een grote zerk waar familiewapens op afgebeeld zijn, geeft aan waar deze grafkelder zich bevindt (2).
De preekstoel
De rijk versierde preekstoel met traf dateert uit het derde kwart van 18e eeuw en is voorzien van een groot uitgevallen klankbord.
De kansel heeft allerlei rococo-ellementen en is voorzien van schilden van onder andere de familie Alberda.
Het doophek dat de preekstoel omgeeft, is van 1793 (2).
Het orgel van de kerk
In 1731 voltooit orgelmaker Albertus Anthoni Hinsz een nieuw orgel in de kerk van Zandeweer. Het dorp ligt vlakbij Uithuizen, waar zich het bekende Arp Schnitger-orgel bevindt. Hinsz, afkomstig uit Hamburg, isin 1728 naar Groningen verhuisd, waar hij waarschijnlijk meteen aan de slag is gegaan in de werkplaats van Frans Caspar Schnitger. Als Schnitger in 1729 overlijdt, voltooit Hinsz in opdracht van diens weduwe het nieuwe rugwerk van het orgel in de Groninger Martinikerk. Het orgel van Zandeweer is het eerste in een lange reeks van prachtige instrumenten waarvan het merendeel bewaard is gebleven en getuigt van groot ambachtelijk en artistiek vakmanschap. In de provincie Groningen zijn het de orgels te Leens, Appingedam, Meeden, Midwolda en Uithuizermeeden, daarbuiten fraaie instrumenten in Kampen, Wassenaar, Harlingen, Bolsward en Roden. Het Zandeweerster instrument telt zestien registers, gelijk verdeeld over hoofd- en rugwerk, het pijpwerk stamt deels nog uit de werkplaats van Frans Caspar Schnitger. De ornamentiek, ook van de vaste kastdelen en de beeldjes, vervaardigd door Caspar Struiwig, zijn van een ongekende verfijning. Het geheel is een fraai specimen van de Lodewijk XIV-stijl.
Enkele malen vinden ingrijpende wijzigingen plaats en wordt het orgel aangepast aan de tijdgeest. Zo vervangt Geert Pieters Dik in 1853 drie vulstemmen van het rugwerk door een Viola di Gamba 8 vt en een Carillon 3 st. In 1902 moeten de drie spaanbalgen plaatsmaken voor een magazijnbalg en wordt de Quintadena 16 vt tot een Bourdon 16 vt vermaakt. Vanaf 1980 zijn er pogingen ondernomen het orgel voor verder verval te behoeden. Ook worden voorbereidingen getroffen voor een integrale restauratie. Adviseur Klaas Bolt stelt, samen met Stef Tuinstra, in 1984 een restauratieplan op. Omdat de benodigde geldmiddelen vooralsnog ver weg lijken, wordt deelherstel uitgevoerd waarbij uiteindelijk, door een samenloop van omstandigheden, drie orgelmakers betrokken worden. Mense Ruiter Orgelmakers maakt een nieuwe, opliggende tremulant, orgelmaker Albert de Graaf reconstrueert in 1985 twee rugwerkregisters, de Quinta en de Sexquialtera. In hetzelfde jaar voorziet Bernhard Edskes namens de firma Metzler uit Zwitserland de Vox Humana (Hinsz) van nieuwe kelen en tongen.
In 2004 wordt de opdracht tot een integrale restauratie verleend aan Reil Orgelmakers BV te Heerde. Adviseur is Stef Tuinstra geweest. Op vrijdag 13 juni 2008 vindt de feestelijke ingebruikname plaats. Verrassend is de vaststelling, dat Hinsz het orgel in een (gemodificeerde) middentoonstemming heeft opgeleverd. Verrassend, omdat over de stemming van de vroege Hinsz-orgels tot nu toe weinig bekend is geweest. Al met al heeft de restauratie van het Zandeweerster orgel vanaf 2008 de ‘orgeltongen’ behoorlijk losgemaakt. Aan het toch al rijke orgelbezit van de provincie Groningen, met het Duitse Ost-Friesland wel de ‘Orgeltuin van Europa’ genoemd, is in elk geval een opmerkelijk pareltje toegevoegd (1).
In de kerk hangt een geschilderd wapenbord van 'De Hoogh Welgeboren Vrouw. Mevrouw Josina Petronella Alberda. Geb. Clant. Vrouwe van Scheltema, Nienstein en Onderhorige Dorpen, etc. etc.' We zien daarop linksboven de wapens van Clant, Coenders, Rengers en Entens; rechtsboven Lewe, Coenders, (2x) en Clant; linksonder: Addinga, Tamminga, Hollonga en Entens; rechtsonder: Lewe, Roltman, Entens en Hinckert. Het bord draagt het jaartal 1676 (Red).
Noten, bronnen en referenties: 1. Peter Westerbrink 2. Wikipedia
|